Twijfel is al een klein stukje geloof.
(Daniil Charms)
God is dood, maar toch lijken we vandaag meer dan ooit samen te leven met een veelheid aan Goden. Tibaldus en andere hoeren en de Stapspelers willen geen Goden van vergelding, schuld en boete. Ze spelen de Goden van het gebrabbel, de troost, de scheten, het dialect en de orthopedische schoenen.
Hun verhalen zijn eclectisch en inconsequent. Hun wereldbeeld past in geen enkel keurslijf, is wild en anarchistisch. Dat het net de Stapspelers zijn die in hun ongebreidelde stijl de Goden vorm geven, is waarschijnlijk hét thema van 4 : 3.
In 4 : 3 worden de Goden in de hemel gepresenteerd, maar ook de mens die de Goden en de duivel nodig heeft. De mens die de Goden schept, omdat hij twijfelt en bang is en zich troost aan de verhalen, melodieën en rituelen.
In 4 : 3 vertellen de Goden hun verhalen en waarheden. Ze presenteren hun rituelen en dansen. En ze zingen hun liederen.
Het Gentse collectief Tibaldus en andere hoeren maakt de laatste jaren furore met een eigenzinnige en radicale theatertaal. Sober, ritueel, uitgepuurd. De spelers van Tibaldus en de spelers van Stap lijken uit eenzelfde bron te putten.
tijdlijn
4:3 ging in première op 13 december 2012 in onze eigen zaal en trok daarna op tournee door Vlaanderen. 4:3 speelde ook verschillende keren op Duitse festivals: het No Limits Theaterfestival in Berlijn in november 2013, Theaterfestival Mittenmang in Bremen in mei 2015, Grenzelos Kultur in Mainz in september 2015 en speelde de laatste keer op het festival In/Zwischen in Hamburg in december 2015.
credits
van en met Timeau De Keyser, Simon De Winne, Guy Dirken, Ann Dockx, Seppe Fourneau, Jan Goris, Luc Loots, Hans Mortelmans, Nancy Schellekens, Jason Van Laere, Rik Van Raak, Marc Wagemans
compositie Ruben Desiere, Seppe Gebruers, Niels Van Heertum
muziek en geluid Ifa Y Xango
decor Tibaldus en andere hoeren, Johan Daenen, Simon Van Den Abeele
techniek Erick Clauwens
in de pers
De Morgen 2012
4 : 3 is een ode aan het onvoorziene. Aan wat op scène ontstaat en alleen maar daar kan ontstaan. Aan de leegte die onvermijdelijk in die vormkeuze schuilt. De stilte van de actrice die haar tekst vergeten is, de hortende ademhaling van de jongen met het downsyndroom. Tevens is het een ode aan het individu. De mantel Gods maakt vooral de veelkleurige bende kleine pierkes eronder zichtbaar.
Tibaldus en Theater Stap hebben me ingeleid in een andere manier van kijken, naar wie anders is en niet eenduidig in een vakje past. Het is een blik waarin ik me misschien onwennig voel, maar die mijn schrijven wel injecteert met een resem nieuwe en relevante vragen. En zijn het niet die vragen waar 'we' als jonge generatie mee aan de slag moeten gaan? (Charlotte De Somviele)