Het is lang geleden
een eeuwigheid
als in een droom
van oneindigheid
Alice loopt en roept
en valt en springt
Er zijn te weinig letters
om te zeggen wat ze voelt
Het lichaam schreeuwt, Alice
laat los, Alice
De wereld is zot genoeg
Slaap is niet langer nodig
Tijd kan je niet bevriezen
Kleine lieve Alice
Alice is een visuele tocht in het hoofd van een meisje, gedragen door stemmen en geluid. Dit wonderlijke avontuur is een bewerking van de klassieker van Lewis Caroll, Alice's Adventures in Wonderland, die voor de eerste keer verteld werd in 1862, zo'n 150 jaar geleden.
tijdlijn
Alice ging in première in april 2012 met een set van 5 voorstellingen in Turnhout. In 2013 werd de voorstelling hernomen in februari met een set van 4 voorstellingen.
credits
Regie / bewerking: Bart Van Gyseghem
Muziek: Piet Slangen
Kostuums: Katrien Van Bael
Cast:
Alice: Els Laenen, Liesbeth De Hertogh, Leen Teunkens
Konijn: Sam Willems
Hoedenmaker: Jana De Kockere
Koningin: Rani Janssen
Tweeling: Maartje Smits & Tis Daneels
Vier stemmen: Bo Verberck, Mirte Broeckx, Mathilde Van der Veken, Fréderique van Hout
in de pers
Alice in de wonderwereld van Theater Stap
Theatermaggezien 2012De duistere scène komt plots tot leven en de drie Alices, gespeeld door drie actrices van Theater Stap, belanden in een andere wereld. Met spetterend vuur verschijnen achter de houten pilaren de figuren uit het wonderland van Alice: de hoedenmaker, de koningin, de tweeling, het konijn. Zij worden vertolkt door de jonge Kaaimannen/vrouwen. Zij zijn nu de niet-normalen, de vreemden die de drie meisjes verleiden, lokken, misleiden met beesteke beesteke, kom. Zij zijn ook de drinkebroers, de klaplopers, de schunnigen, de brutalen, de jaloersen. En de drie Alices geraken niet uit deze – voor hen tegenovergestelde - wereld, waarin ze gezogen zijn. Ze kunnen niet ontsnappen aan de kolkende emoties, de ontembare jeugdigheid van de wonderlandfiguren.
Regisseur Bart Van Gyseghem heeft met deze jonge mensen een aantrekkelijk heftige enscenering gemaakt van de wereld in het konijnenhol, met de soundscape, de belichting, de repetitieve sirenenzangen, de contrasten tussen de Stapmensen en de Kaaimannen/vrouwen. Na Geen wonder dat ik ween is dit ook een rake productie in zijn beelden, zijn tableaux vivants, zijn fysieke taal.
(Tuur Devens)